Start bestrijding eikenprocessierups
Dit jaar één bestrijdingsronde door Hengelo
De eikenprocessierupsen zijn uit het ei. Gildebor en de gemeente Hengelo starten daarom, als de weersomstandigheden het toelaten, vanaf vrijdagavond 11 april met de bestrijding van de rups. Het doel van de bestrijding is om overlast (jeuk van de brandharen van de rups) later in het jaar zoveel mogelijk te beperken. We spuiten net als voorgaande jaren in de avond en nacht (tussen 19.00 en 02.30 uur) aaltjes (hele kleine wormpjes) in de gemeentelijke eiken. Dit kan voor (geluids)overlast zorgen.
Wethouder Claudio Bruggink over de bestrijding: ‘We bespuiten onze eiken dit jaar nog maar één keer. Andere jaren was dat twee keer. Dat doen we omdat we zien dat de plaagdruk (en de overlast) van de eikenprocessierups de afgelopen jaren flink is afgenomen. Om de biodiversiteit zo min mogelijk te ontregelen bouwen we het aantal rondes daarom af. Uiteraard houden we in de gaten hoe de eikenprocessierups zich verder ontwikkelt bij minder preventieve bestrijding.’
Nachtelijk lawaai
We doen de bestrijding in de avond en nacht omdat de aaltjes normaal onder de grond leven. Ze kunnen niet goed tegen uv-licht en doen hun werk dus het beste in het donker (én als er weinig uv in de lucht zit). Na het bespuiten van een boom zoeken de aaltjes een kleine eikenprocessierups op. Het aaltje dringt de rups binnen. Daardoor gaan de rupsen dood voordat ze overlast kunnen veroorzaken.
Wegzuigen van nesten
Een groot deel van de eikenprocessierupsen overleeft de behandeling met aaltjes niet. De rupsen die wel overleven, gaan zich ontwikkelen. In de eerste weken hebben ze nog geen brandharen die jeuk kunnen veroorzaken. Naar verwachting krijgen ze deze brandharen pas halverwege mei. Dan maken ze ook nesten in de eiken. Op dat moment start Gildebor met het wegzuigen van nesten in de gemeentelijke bomen op plekken waar deze voor overlast kunnen zorgen. Zo beperken we zoveel mogelijk de overlast voor onze inwoners.
Inzet op meer biodiversiteit
Naast het bestrijden van de eikenprocessierups (door de behandeling met aaltjes en het wegzuigen) zetten we ook in op meer biodiversiteit in de stad. Claudio Bruggink: ‘Het verhogen van biodiversiteit doen we bijvoorbeeld door in de stad te vergroenen én op veel plekken anders te maaien. Op steeds meer plekken zijn kort gemaaide gazons veranderd in kruidenrijke bermen en grasstroken. Het duurt een tijdje voordat je een mooie verscheidenheid aan planten en dieren terugziet. Maar uiteindelijk wordt het openbaar groen zo aantrekkelijker voor meer soorten, en daarmee ook voor de vele natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups en -vlinder.’