Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie >
Waar bent u naar op zoek?

Maaien met oog voor de natuur

Op steeds meer plekken maaien we het gras minder vaak. Dat is goed voor de natuur.

Vroeger werden bermen en grasvelden bijna overal in Nederland kort gemaaid. Dat vonden we netjes en we waren eraan gewend. De laatste jaren is daar verandering in gekomen, ook in Hengelo. Op steeds meer plaatsen wordt het gras minder vaak gemaaid. En het maaisel blijft niet liggen, maar wordt opgeruimd.

In onze maaikaarten ziet u hoe we maaien in uw wijk of straat. 

Bekijk onze maaikaarten

We werken aan het verbeteren van deze maaikaarten. Laat ons weten wat u van deze kaarten vindt, u kunt dat doorgeven via de smiley aan de rechterkant van deze pagina.

Door maaisel af te voeren, wordt de bodem armer. Daardoor groeien er minder grassen en komen er geleidelijk aan meer bloeiende kruiden tevoorschijn. Dat is beter voor de natuur. De kruiden bieden voedsel en schuilplaatsen, onder andere aan bijen en vlinders. Ook andere insecten vinden er een plek. Daardoor hebben bijvoorbeeld vogels weer meer voedsel.

Op de plekken waar we minder vaak maaien, laten we altijd delen van de begroeiing staan. Zo hebben insecten en kleine zoogdieren (egels, veldmuisjes) nog een plek om te schuilen. En die begroeiing is ook de zadenbank voor de kruiden.

We horen de laatste tijd steeds meer over biodiversiteit en dat is niet voor niets. Biodiversiteit betekent dat er meer planten- en diersoorten komen.

De natuur heeft sinds de tweede helft van de vorige eeuw steeds minder ruimte gekregen. Steden en dorpen zijn uitgebreid en er zijn veel wegen aangelegd. In het agrarisch gebied wordt meer gebruik gemaakt van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Daardoor komen in onze omgeving steeds minder wilde planten voor.

Door minder vaak te maaien, krijgen de kruiden de kans om op te groeien, te bloeien en zaad te vormen. Die zaden vallen in de grond of worden door vogels verder verspreid. Zo kan de soortenrijkdom steeds verder toenemen.

Biodiversiteit is ook voor mensen heel belangrijk. Bijen, vlinders en andere insecten zijn onmisbaar voor het verspreiden van stuifmeel waardoor bloemen en planten kunnen groeien. Veel planten in Nederland (80% van alle soorten) zijn voor hun bestuiving afhankelijk van insecten. Ook onze voedselgewassen zijn daarvan afhankelijk, zoals granen, groenten en fruit.

We hebben niet meer overal de ruimte om natuurlijke leefgebieden te creëren. Wat we wel kunnen doen is de groene ruimte die we beschikbaar hebben, zo goed mogelijk benutten. We hebben in Hengelo veel oppervlakte aan bermen en graslanden, waar we de biodiversiteit een handje kunnen helpen door anders te gaan maaien.

Er zijn ook plaatsen waar het gras kort moet blijven. Op die plekken zal dus nog steeds intensief worden gemaaid. Dat geldt bijvoorbeeld voor de speelveldjes met voetbaldoelen en voor de losloopterreinen voor honden. Ook rond de plekken die overzichtelijk moeten blijven voor het verkeer, zoals kruispunten en oversteekplaatsen, maaien we het gras kort.

Verder zijn er plekken waar het maaibeheer met afvoer van het maaisel niet goed mogelijk is, omdat dit gebeurt met grotere machines. Denk bijvoorbeeld aan bermen die erg smal zijn, of waarin veel bomen staan. Op deze plaatsen kan alleen het maaibeheer voor kort gras worden toegepast. Want de machines die gebruikt worden voor kort gras zijn kleiner en wendbaarder.

Het kan een paar jaar duren voordat de grassen minder worden en er meer kruiden tevoorschijn komen. Op de ene plek zal dat sneller gebeuren dan op de andere. Het kan er in het begin nog wat rommelig uitzien, omdat het gras hoger blijft. Maar het resultaat zal ieder jaar een beetje meer zichtbaar worden. Hoe eerder we beginnen, hoe eerder we door die fase heen zijn!

In Hengelo kiezen we er in principe niet voor om bermen in te zaaien. Het kan heel leuk staan, maar het is beter om de kruidenrijkdom zelf te laten verschijnen. Dan komen de soorten tevoorschijn die van nature op precies die plek thuishoren. De grondsoort is overal weer verschillend; de ene berm is natter dan de andere; de ene grasstrook ligt meer in de zon en de andere juist meer in de schaduw. Zo zullen in al die verschillende omstandigheden ook verschillende soorten verschijnen. En dat betekent: biodiversiteit.

Als we soorten inzaaien die zich op een bepaalde plek minder thuis voelen, zullen ze na een paar maaibeurten al verdwijnen. En dat is zonde van het geld. Andersom bestaat het risico dat ingezaaide soorten het ‘winnen’ van de natuurlijke soorten, zodat die geen kans meer krijgen.

Er is natuurlijk niets op tegen om in de eigen tuin of op het balkon kleurrijke mengsels te zaaien. Maar in de openbare ruimte doen we dat liever niet. Daar streven we naar de meest natuurlijke situatie.

Gemeente Hengelo
Zoek Sluit
Menu
Sluit
Menu